Op 1 juli 2023 gaat, in navolging van het pensioenakkoord, de Wet Toekomst Pensioenen in. De nieuwe wet moet het Nederlandse pensioenstelsel transparanter en persoonlijker maken. Maar wat betekenen die nieuwe afspraken eigenlijk voor u en uw medewerkers? In dit artikel leggen we dat kort en krachtig uit.
Drie pijlers
In Nederland kunnen we op drie manieren pensioen opbouwen.
1. De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een door de overheid geregeld basispensioen, voor iedereen die tussen zijn 17e en 67e jaar in Nederland heeft gewoond of gewerkt.
2. Dit basispensioen wordt aangevuld met het pensioen dat bij de werkgever(s) wordt opgebouwd.
3. En tenslotte vormen individuele levens- en lijfrenteverzekeringen voor een privé aanvulling.
Waarom een ander pensioenstelsel
In 1960, vier jaar nadat de AOW werd ingevoerd, was de levensverwachting van een 65-jarige persoon 80 jaar. Omdat mensen tegenwoordig ouder worden, zijn er meer mensen die pensioen ontvangen én moeten de pensioenen langer worden uitbetaald. Daarnaast passen de huidige pensioenregels niet goed meer bij de moderne arbeidsmarkt. Werknemers wisselen makkelijker en vaker van baan, werken soms een tijdje niet of minder en niet altijd meer in loondienst, maar voor zichzelf.
Het is belangrijk dat het pensioenstelsel hierop aansluit. Daarom heeft het kabinet, samen met werknemers- en werkgeversorganisaties, nieuwe afspraken gemaakt die betrekking hebben op de AOW en het pensioen dat bij de werkgever wordt opgebouwd.
Wat wijzigt er
Dit zijn de belangrijkste wijzigingen als gevolg van de nieuwe wet:
1. De pensioenregeling wordt beweeglijker In de nieuwe wet zijn regelingen die gebaseerd zijn op het gemiddelde inkomen (de zogeheten middelloonregeling) en op het laatste inkomen (de eindloonregeling) niet meer mogelijk. De enige regeling die is toegestaan is de beschikbare premieregeling. Bij deze regeling stelt de werkgever jaarlijks een premie beschikbaar die wordt besteed aan de pensioenopbouw; de beschikbare premie. Het wordt daardoor duidelijker wat er aan premie wordt ingelegd en wat daarmee aan pensioenvermogen wordt opgebouwd.
De hoogte van de pensioenuitkering is echter niet langer gegarandeerd. Deze is mede afhankelijk van de marktrente en het beleggingsresultaat. Gaat het economisch goed, dan gaat het pensioen omhoog; gaat het economisch wat minder, dan bouwt de werknemer minder pensioenvermogen op. En omdat de inleg van jonge deelnemers langer rendeert dan die van oudere collega's, bouwen zij met dezelfde premie meer pensioen op.
De volgende regels zullen gaan gelden:
• Alle bestaande pensioenregelingen moeten in principe uiterlijk 1 januari 2028 zijn omgezet naar een beschikbare premieregeling met een leeftijds
ónafhankelijke beschikbare premie.
• Deze leeftijdsonafhankelijke premie bedraagt voor alle deelnemers eenzelfde percentage van de pensioengrondslag (= het pensioengevend deel van het loon).
• Voor een eventuele vermindering van pensioenopbouw, als gevolg van de omzetting, dienen de werknemers volgens voorgeschreven uitgangspunten te worden gecompenseerd.
• Voor de per 1 juli 2023 bestaande beschikbare premieregelingen en verzekerde middelloon- en eindloonregelingen met een leeftijds
àfhankelijke premie geldt een eerbiedigende werking.
• Volgens deze eerbiedigende werking mogen werknemers, die vóór de omzetting deelnemer waren aan een dergelijke regeling, ook nà 2028 deelnemen aan een beschikbare premieregeling met een leeftijds
àfhankelijke beschikbare premie.
2. Extra keuzemogelijkheid bij uitbetalen pensioen Nieuw in het pensioenakkoord is, dat werknemers op de pensioendatum éénmalig maximaal 10% van de waarde van de pensioenpot mogen opnemen. Dit bedrag kan naar eigen inzicht worden besteed. Uiteraard worden de toekomstige pensioenuitkeringen door deze opname wel lager.
3. Een beter nabestaandenpensioen Mocht een werknemer overlijden vóór de pensioendatum, dan is er vaak een partner- en wezenpensioen verzekerd; een jaarlijkse uitkering voor de achterblijvende partner en/of kinderen.
De nieuwe wet maakt de regels omtrent dit verzekerde nabestaandenpensioen duidelijker en de financiële positie van de nabestaanden beter.
De hoogte van het partner- en wezenpensioen is namelijk niet langer afhankelijk van het aantal dienstjaren en van de pensioengrondslag.
Het partnerpensioen bedraagt voortaan voor alle deelnemers een vast percentage (maximaal 50%) van het salaris.
Het wezenpensioen kent een vaste eindleeftijd van 25 jaar (in plaats van verschillende leeftijden tussen 18 en 30 jaar) en bedraagt maximaal 20% van het salaris van de deelnemer.
Moet u nu al wat doen
De nieuwe pensioenwet vangt aan per 1 juli 2023. Daarbij geldt dat uiterlijk vanaf 2028 uw pensioenregeling dient te voldoen aan de nieuwe regels.
Dit betekent niet automatisch dat u voorlopig niets hoeft te doen. Want misschien is het in uw geval verstandig om al eerder een overstap te doen. Of loont het om van de eerbiedigende werking gebruik te maken en daar nu al op voor te sorteren.
Schroom dus niet om een vrijblijvend adviesgesprek met één van onze pensioenspecialisten te voeren. Wij helpen u graag!
Whitepaper Wet Toekomst Pensioenen 2023
Wij hebben alle informatie voor u vastgelegd in een whitepaper. Wilt u alles nog eens op uw gemak nalezen?
Download hier de gratis whitepaper.
Publicatiedatum: 05 juni 2023