Van alle 27 fatale woningbranden die in 2015 plaatsvonden en waarbij in totaal 31 doden vielen, is twee derde toe te schrijven aan onvoorzichtigheid van het slachtoffer. Dit blijkt uit een onderzoek van de Brandweeracademie. Onvoorzichtigheid met roken (30%) was doodsoorzaak nummer één, gevolgd door onvoorzichtig omgaan bij het koken (15%), met (elektrische) apparaten (11%) of anderszins (7%). Kortsluiting of een defect aan een apparaat lag ten grondslag aan 15% van de fatale woningbranden. Volgens de Brandweeracademie liggen deze cijfers in lijn met die van voorgaande jaren.
De meeste fatale woningbranden zijn ontstaan in een galerijflat (37%), gevolgd door een rijtjeswoning (30%), verzorgingstehuis/wonen met zorg (15%), een vrijstaande woning (7%) of in een portiekflat, appartement of recreatiewoning met lichte bouwconstructie. In een kwart van de gevallen kon niet worden achterhaald in welk voorwerp de brand was ontstaan. In 19% van de gevallen was dit een stoel of bank en bij 15% een bed of matras. Andere voorwerpen waarin de branden hun oorsprong vonden zijn (frituur)pan (11%), elektrische apparaten (11%), kleding/textiel (7%) en meubilair (4%).
Maandag in februari
De meeste fatale woningbranden ontstonden in februari (22%), gevolgd door november (19%), september/oktober (15%), januari en juli (7%), maart, april, mei, december (alle 4%) en januari (2%). Op maandag en zaterdag (beide 22%) vonden de meeste branden met dodelijke slachtoffers plaats, op vrijdag 19%, donderdag 15%, zondag 11%, donderdag 7% en woensdag 4%.
Ook zakelijk loopt u risico's op het gebied van brand. Heeft u de juiste brandpreventiemaatregelen genomen?
Publicatiedatum: 17 juni 2016